A.G. Oldenmenger, 20 november 2003
BeschrijvingAlgemeen:Dit bouwblok van beneden- en bovenwoningen (3 wooneenheden) bevindt zich op de hoek van de Van Noremborghstraat en de Jonge Voetboogstraat. Het pand is in 1931 gebouwd naar ontwerp van architect J. van den Berg in een sobere Amsterdamse Schoolstijl. De gevels bevinden zich direct op de rooilijn; ter hoogte van de begane grond is de hoek van het pand afgeschuind. Het pand omvat drie niveaus: een begane grond, eerste en zolderverdieping. Van een eventueel kelderniveau zijn geen aanwijzingen waargenomen. Het pand is voorzien van een prominent mansardedak met ongelijke dakschilden, dat de nok evenwijdig aan de Van Noremborghstraat heeft en gedekt is met oranjerode Tuiles du Nord-dakpannen. Aan de achterzijde is het pand voorzien van diep twee- en drielaags uitbouwen met plat dak, voorzien van balkons ter hoogte van de tweede verdieping.Voorgevel:De gevel is met gele baksteen opgemetseld in Noords- of kettingverband en voorzien van een platvolle knipvoeg met gesneden stootvoegen. Het trasraam daarentegen is in kruisverband opgemetseld met een veel donkerder steen en is aan de bovenzijde afgesloten met een rollaag. De gevel is nagenoeg symmetrisch van opbouw en wordt gedomineerd door het uitspringende middenrisaliet. Op de begane grond bevinden zich in de risaliet vier gevelopeningen, waarvan er drie voorzien zijn van een voordeur. Hier is het bakstenen muurwerk beperkt tot brede overhoeks gemetselde muurdammen tussen de gevelopeningen, geplaatst onder de op een betonnen overstek gelegen brede uitbouw met balustrade van de eerste verdieping. De overhoekse muurdammen zijn op hun beurt weer geplaatst op een vierkante borstwering die is afgedekt met een hardstenen plaat. Een uitstekende betonnen lijst scheidt de vier gevelopeningen van de deels nog met het oorspronkelijke veelkleurige glas-in-lood gevulde bovenlichten. Van de verdiept gelegen deuren zijn alleen nr. 3 en 5 nog oorspronkelijk. De vierde gevelopening, wellicht aangebracht ten behoeve van de symmetrische opbouw van het risaliet, is voorzien van een venster, geplaatst op een gemetselde borstwering. In het midden van de brede uitbouw op de eerste verdieping bevindt zich een inpandige loggia onder een rondboog. De ten opzichte van het aangrenzende gevelvlak uitspringende balustrade is van baksteen en is geheel gesloten. De steens boogneg is gesierd met een uitgemetselde koppenlaag, in de top gesloten met een hardstenen sluitsteen. Aan weerszijden van de loggia en in de smalle strook opgaand muurwerk aan de zijkanten van | 1 |
het risaliet, bevinden zich twee smalle vensters met een schuivend onderraam en vast bovenlicht. Het middenrisaliet heeft een rechte, sobere afsluiting aan de bovenzijde met een betonnen afdekplaat. Daarboven, met een sprong teruggelegd, is een zogenaamde ‘strokendakkapel’ zichtbaar, bestaande uit vier gekoppelde draairamen, die elk een roedenindeling in vieren bezitten. De ramen uiterst links zijn als enige vernieuwd. De langgerekte dakkapel heeft een plat dak met een eenvoudige daklijst. Rechts van het middenrisaliet bevindt zich op begane grond- en verdiepingniveau een breed samengesteld venster met bovenlichten. Karakteristiek voor de opbouw van deze vensters zijn de ten opzichte van de bovenlichten terugliggende onderramen, van elkaar gescheiden door een kalf. Het onderste deel van de vensters bestaat uit een breed schuivend middelste deel met twee vaste zijpanelen. Van de vier ( op de begane grond nog met het oorspronkelijke glas-in-lood gevulde) bovenlichten zijn alleen de buitenste twee raamdelen draaiend. De ramen zijn voorzien van houten raamdorpels en zijn geplaatst op een halfsteens rollaag. Aan de linkerzijde wordt het middenrisaliet gevolgd door een smal hoog venster met kleine roedenindeling, geplaatst op een keramische onderdorpel. Een soortgelijk, maar twee keer zo breed venster bevindt zich in het overhoeks geplaatst metselwerk van de afgeschuinde hoek. Het metselwerk rondom is met een kleine sprong teruggelegd. Op de eerste verdieping bevindt zich rechts een smal tweeledig venster, dat identiek is aan de vensters in het middenrisaliet. Hierop volgt een bredere vensteropening, bestaande uit een breed glaspaneel en een smaller (draaiend) zijraam en voorzien van drie met glas-in-lood gevulde bovenlichten. Beide flankerende geveldelen worden beëindigd door een bakgoot met forse overstek.Linkerzijgevel:De brede, aan de Jonge Voetboogstraat grenzende zijgevel omvat zowel het drielaags bouwdeel onder de mansardedak als de aansluitende tweelaags uitbouw met balkon. Op de aansluiting van beide bouwdelen bevindt zich een schoorsteen. Gelijk aan de voorgevel is de linkerzijgevel gemetseld met een lichte steen in Noords verband en geplaatst op een trasraam van donkere, in kruisverband gemetselde stenen. Op de begane grond bevinden zich twee hoge vensters met kleine roedenindeling en voorzien van een keramische onderdorpel. Ter plaatse van de kamer aan de voorzijde, bevindt zich op de eerste verdieping een samengesteld venster met dubbel bovenlicht dat qua vormgeving en detaillering identiek is aan de vensters in de voorgevel. Afgezien van een klein, met fraai glas-in-lood gevuld venster en twee vergelijkbare vensters in de top van de gevel, is de gevel verder grotendeels blind. De gevel is voortgezet in het metselwerk van een manshoge erfscheidingsmuur met rondboogpoort. Hierop sluit een één bouwlaag tellende garage met plat dak aan.Rechterzijgevel:De rechterzijgevel grenst aan de belendende bebouwing Van Noremborghstraat 1. | 2 |
Achtergevel:De achtergevel is gedeeltelijk buiten het zicht. De gevel heeft een breedte van vijf vensterassen, waarbij het middelste deel van de gevel hoger is opgemetseld tot drie bouwlagen met plat dak. Beide hoeken tellen twee bouwlagen met een plat dak en een balkon ter hoogte van de tweede verdieping. De balustrade is een gesloten bakstenen vlak. In de achtergevel bevinden zich verscheidene kleinere en grotere vensters, die grotendeels nog uit de bouwtijd lijken te dateren en nog de bovenlichten met glas-in-lood bezitten. De gevel eindigt met een eenvoudige daklijst.Interieur:Het interieur van het bouwblok maakt geen deel uit van het onderzoek.Redengevende omschrijvingHet bouwblok Van Noremborghstraat 3-5-7 is beeldbepalend en heeft monumentale waarde vanwege de markante vorm en de authenticiteit van de bouwmassa en de bijzondere bouwstijl met invloeden van de Amsterdamse Schoolstijl en de zorgvuldige detaillering van de gevels. Bovendien heeft het bouwblok bouwhistorische waarde vanwege de zeldzame of bijzondere bouwtechniek, ondermeer in de decoratieve toepassing van beton. Het hoekpand met beneden- en bovenwoningen is karakteristiek voor de particuliere bebouwing (middenstandswoningen) van de in de jaren twintig en dertig tot stand gekomen uitbreidingswijk De Muntel. | 3 |
???? | L. en H. Bettonviel (dames-kapsalon) |
1943 | H.J. Bettonviel |
1943 | ir. W.G.M. Blewanus |